Een week bij het Asiel Abrigo de Carinho

Ik ben een weekje naar het asiel Abrigo de Carinho in Portugal geweest – iets waar ik al een tijdje over nadacht. De twijfel was er ook, want zoveel honden zien, met elk hun eigen verhaal, raakt me diep.

Ik kwam aan op zaterdag, dé vrijwilligersdag. Het hele terrein kwam tot leven: overal werden kennels schoongemaakt, met de tuinslang in de aanslag, dekens werden verschoond en honden kwispelden alsof ze wisten dat het een goede dag was. Een georganiseerde chaos vol blije hondenstaarten, natte neuzen en betrokken mensen.

Apolo

Ik liep langs de kennels op zoek naar een hond om even mee te wandelen. Daar ontmoette ik Ana Margarida, een vrijwilliger met een grote glimlach.

“Ik heb een perfecte hond voor je!” riep ze enthousiast. “Echt een baby.”

Ze leidde me naar een kennel, zwaait met een theatrale beweging het hek open, en daar zit ‘ie: Apolo.

Een hond zo groot dat je zou denken dat hij net van een paardenweide was ontsnapt. Log, loom, en vrolijk aan het kwijlen.

Ana keek me lachend aan: “Is ‘ie niet lief?”

Ik moest lachen. Een baby, zei ze. Nou, misschien een baby… van een nijlpaard. Maar goed – ik ben niet snel onder de indruk van een beetje kwijl en wat spiermassa, dus Apolo en ik zijn heerlijk gaan wandelen. Hij liep als een gentleman. Een enthousiaste gentleman met de kracht van een bulldozer en het hart van een knuffelbeer.

Rio en Lobita

Voor een rondje losloopkennel wilde ik Rio op halen – het oude kennelmaatje van Mika, die inmiddels al in Nederland haar huis heeft gevonden. Rio deelt nu zijn kennel met Lobita, een angstige hond die ook nog niet aan de lijn durft. Plan: alleen Rio even meenemen naar de losloopkennel.

Maar natuurlijk… op het moment dat ik Rio eruit wil halen, glipt Lobita langs me heen. Ze sprint als een ninja naar de losloopkennel en ik erachteraan, met Rio aan de riem. Rio losgelaten in de kennel, ik zwetend en strategisch nadenkend hoe ik Lobita ooit weer terugkrijg. Maar het bleek kinderlijk simpel: waar Rio gaat, gaat zij ook. Dus hup, zonder drama, liepen ze samen weer terug naar hun kennel. Teamwork op vier poten

Lentisco en Max

Ik ging bij Lentisco langs, die ik al een tijdje op de website heb staan. Tijd om hem eens beter te leren kennen. Met militaire precisie open ik de kenneldeur – niemand ontsnapt vandaag, ik heb geleerd van de vorige keer.

Langzaam schuifel ik naar binnen, rug tegen de kennelwand geplakt, en op dat moment voel ik hete adem in mijn nek.

Naast de kennel van Lentisco zit namelijk……… Max. En Max is echt enorm. Terwijl ik mezelf nog moed in spreek dat ik toch niet onder de indruk was van grote honden, draai ik me om – staat Max pontificaal rechtop tegen het hek, neus op ooghoogte, en ademt me vol in het gezicht.

Maar die blik… is zo aardig. Geen reusachtig monster, gewoon een oversized hond die aandacht wil. Max laat zich zakken, begint te kwispelen, en ik smelt een beetje. Grote honden? Easy. Als ze Max heten tenminste.

Cantiflas en Lia

Wandelen met Cantiflas stond op de planning. Hij woont in een ruime kennel met zes andere huisgenoten, dus het betreden ervan is al een kleine expeditie op zich. Ana Margarida stond erbij en legde enthousiast van alles uit over het asiel… tot ze ineens zegt: “Handen hóóg!”

Blijkbaar zit Lia in deze kennel, een schattige maar nogal vingergerichte dame. Dus daar stond ik: aandachtig luisterend en mijn handen in de lucht alsof ik overvallen werd.

Naarmate het gesprek vorderde, zakten mijn armen natuurlijk langzaam omlaag – precies op het moment dat ik voelde dat er een hondje als een ninja achter me kwam aangeslopen. Tijd om te handelen.

Ik deed Cantiflas z’n riem om, hield mijn handen weer braaf boven schouderhoogte en liep als een soort wandelende verkeersagent de kennel uit. Cantiflas? Die vond het allemaal prima. Charmant als altijd, alsof hij dagelijks zo op stap gaat.

Meg

Ik heb mijn hart verloren aan Meg.

Meg is een karakter op zich. Ze kan niet met andere honden, heeft een uitgesproken hekel aan auto’s en motoren – maar mensen? Die vindt ze fantastisch. Zo fantastisch zelfs dat ze haar riem probeert binnen te hengelen als je in de buurt komt. Of ze steekt haar poot door het traliegat, alsof ze wil zeggen: “Hé, ik besta nog hoor.”

En dan drukt ze, met haar hele imposante lijf, tegen het hek aan, puur voor een aai door het gaas. Altijd op haar vaste plekje, in het hoekje van de kennel, haar uitkijkpost. Daar zit ze trouw te wachten op… ja, op wat eigenlijk?

Op iets wat al jaren niet komt.

Anibal en Malaquias

Anibal en Malaquias heb ik ook gezien. Ze zitten allebei alleen in een kennel, niet omdat ze niet lief zijn – integendeel – maar omdat ze het gewoon ontzettend moeilijk vinden om een voerbak te delen. Samen eten is voor hen meer een wedstrijd dan een gezellig moment.

Toen ik langs Anibal liep, stond hij net heerlijk te eten. De kennel was dicht, dus ik kon er niet bij. Hij keek op, kwispelde vrolijk, en zijn blik zei eigenlijk alles: “Fijn hè, dat ik dit moment helemaal voor mezelf heb?” Ik moest lachen. Geen gegrom, geen gedoe, gewoon een blije hond die genoot van zijn maaltijd én van het feit dat hij het even helemaal voor zichzelf had.

Ik ben een enorme ervaring rijker door mijn bezoek aan het asiel. Wat mij bijzonder raakte, was de tomeloze inzet van de vrijwilligers en vooral hun onderlinge verbondenheid waarmee ze zich, dag in dag uit, jaar in jaar uit, inzetten voor de honden. Alles draait daar om liefde voor dieren, en dat voel je in alles.

Veel tijd heb ik doorgebracht in de losloopkennel – een moment waar de honden intens van genieten, dat is aan alles te zien. Juist daarom zou het mooi zijn om nog zo’n fijne plek te helpen realiseren in Portugal. Ik heb genoten van de honden.

One Reply to “Reis naar Portugal”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *